"We mogen onze schaarse middelen niet inzetten in wat niet werkt", zegt directeur Marc De Vos.

In de aanloop naar de regionale verkiezingen zijn er veel beloftes gedaan over groene energie, zegt Marc De Vos, directeur van het Itinera Institute. "Maar we mogen ons niet vergalopperen. Groene energie is een grote economische en ecologische opportuniteit, maar nog niet voor vandaag. Er is meer nuchterheid nodig".

Vooral de subsidiëring van zonnepanelen en in mindere mate windenergie wordt in vraag gesteld. "Zonnepanelen zijn in België economisch niet duurzaam. De opgewekte elektriciteit is tien maal duurder dan gewoon opgewekte elektriciteit", stelt De Vos. Milieu-econoom Johan Albrecht zegt hierover: "Onze troeven zijn biogas en biomassa, en windenergie in de beste zones. Zonnepanelen passen niet bij ons".

Itinera bepleit een grondige evaluatie, zodat "de mist rond groene energie kan optrekken", aldus De Vos. "Laat ons opletten met al die subsidies en onze schaarse middelen niet inzetten in wat niet werkt". Op korte termijn is het volgens de denktank interessanter om op energie-efficiëntie, bijvoorbeeld isolatie, en op onderzoek en ontwikkeling in te zetten. "We moeten ervoor zorgen dat we de winnaars van morgen worden, als die transit naar alternatieve energie er aankomt", zegt De Vos nog.

De opmerkingen over groene energie kaderen in de Itinera-nota over de regionale en politieke prioriteiten - nu de verkiezingen achter de rug zijn - waarin de denktank zegt wat volgens hem de regionale beleidsprioriteiten moeten zijn voor de komende vijf jaar. "Ook voor de regio's zijn de vette jaren voorbij. Ze staan voor dezelfde uitdaging als waar het federale voor staat", schetst de Itinera-directeur.