Hoewel de aannemer de hogere bouwkosten maar in beperkte mate doorrekent aan de consument, vraagt de VCB begrip wanneer de uiteindelijke prijzen hoger blijken te liggen dan eerst geraamd.

20 procent in tien jaar
Tot 2000 volgden de consumptie-index en de bouwkostenindex dezelfde trend, met een stijging van ongeveer 20 procent in tien jaar, aldus de VCB. Dat betekent dat in 2000 voor eenzelfde woning relatief gezien ongeveer dezelfde prijs moest worden betaald als tien jaar daarvoor.

Tussen 2000 en 2006 is er echter een kloof ontstaan tussen beide indexen. Zo stegen de consumptieprijzen in die periode met 13 procent, maar de bouwkosten met 25 procent.

Bouwmaterialen
Dat heeft volgens de VCB te maken met de forse stijging van de prijzen van de bouwmaterialen, zoals de betonstaal-, de bitum-, de koper- en de zinkprijzen. Alleen al het laatste jaar steeg de bouwkostenindex 2,5 keer sneller dan de consumptieprijzen (4,2 procent ten aanzien van 1,6 procent).

De recente prijsstijgingen waren erg plots, zodat de aannemers, die met wachttijden tot vier maanden werken, ze niet konden voorzien in hun offertes. De federatie vraagt particuliere opdrachtgevers om begrip als de prijzen die de aannemer uiteindelijk aanrekent, toch hoger uitvallen dan aanvankelijk geraamd. "De oorzaak daarvoor ligt volledig buiten zijn wil en is enkel aan de fors gestegen grondstofprijzen te wijten", luidt het.