Maar sedert 2000 zijn de consumptie- en bouwkostprijzen uit elkaar beginnen lopen. Het gaat om een historische trendbreuk, die vorig jaar nog is versneld. De rentetarieven bedragen nu 4,4%, heel wat lager dan de 7% in 2000. Daardoor zijn de leningslasten een derde lichter dan zes jaar geleden, waardoor het bouwen van een woning nog enigszins betaalbaar blijft.

Van 1990 tot 2000 steeg zowel de consumptie- als de bouwkostenindex (de zogenaamde ‘Abex’-index) met ongeveer 20%. Voor eenzelfde woning en eenzelfde comfortniveau bedroeg de kostprijs in 2000, de inflatie buiten beschouwing gelaten, dus evenveel als tien jaar voorheen. Daarin is sedert 2000 verandering gekomen. Van 2000 tot en met 2006 nam de consumptie-index met 15% toe. De Abex-index daarentegen steeg gedurende deze zes jaar met maar liefst 32%, d.i. meer dan dubbel zo snel. Tijdens de laatste maanden is de kloof tussen beide prijsevoluties nog aanzienlijk verbreed.

De bouwkostenindex omvat zowel de evolutie van lonen en administratieve kosten als deze van bouwmaterialen. Op basis van de CAO voor de bouwsector mochten de lonen tijdens de jaren 2005 en 2006 maximaal met 4,7% toenemen. De bovenmatige stijging van de bouwkostenindex is dus uitsluitend toe te schrijven aan de forse stijging van de prijzen van de meest diverse bouwmaterialen. Deze stijging is een wereldwijd fenomeen en niet tot Vlaanderen beperkt.

Non-ferrometalen
De koperprijs piekte in het voorjaar van 2006 anderhalf maal hoger dan in het voorjaar van 2005. Intussen is de koperprijs terug gedaald maar ligt zij toch nog altijd dubbel zo hoog als in het begin van 2005. Koper is een belangrijk bestanddeel van elektriciteitsdraden. Gewalst zink is op diezelfde twee jaar tijd bijna drie keer duurder geworden. Zacht gewalst lood is nu 80% duurder dan bij de aanvang van 2005.

Ijzer en staal
Voor ijzer en staal heeft reeds in de loop van 2004 een verdubbeling van de prijzen plaatsgevonden. In 2005 zijn deze prijzen licht gaan dalen om in de loop van 2006 te pieken op een nog hoger niveau dan voorheen. De prijzen voor diverse staalsoorten lagen eind 2006 nog eens circa 30% hoger dan zij begin 2005 al waren.

Timmerhout
Bovendien zijn in juli van vorig jaar plots de prijzen voor Noords timmerhout met bijna 130% gestegen (dus meer dan verdubbeld) terwijl deze voor inlands timmerhout met circa 40% zijn toegenomen. De prijzen voor timmerhout bleven gedurende gans de tweede helft van 2006 op dit hoge niveau gehandhaafd.

Bakstenen
De prijzen voor bakstenen daarentegen zijn gedurende de laatste twee jaar constant gebleven. Handgevelstenen waren in 2006 uiteindelijk ‘maar’ ongeveer 10% duurder dan in 2005. Voor cement bleef de prijsstijging beperkt tot 12%.

Petroleumproducten en –derivaten
Het transport van bouwmaterialen neemt in de bouwkosten een belangrijk plaats in. In het algemeen worden de bouwkosten worden dan ook in belangrijke mate beïnvloed door de stijgende brandstofprijzen. Voor bepaalde producten, zoals bitumen, spelen de hogere aardolieprijzen niet alleen een rol bij het transport maar ook bij de productie. Bitumen wordt zowel voor wegen als voor platte daken gebruikt. Door de forse prijsstijging van het bitumen (met maar liefst 80%) zijn beide soorten van werken heel wat duurder geworden. Voor PVC, dat bij ramen steeds meer het hout vervangt, zijn de prijzen integendeel ‘maar’ met 14% toegenomen in de loop van 2006.

Om de hoge prijzen voor bouwmaterialen te omzeilen kunnen gezinnen bijvoorbeeld van duurdere op goedkopere materialen overschakelen. Maar ook de lage rente helpt om, ondanks de gestegen bouwkosten, de bouw van een woning betaalbaar te houden. In 2000 bedroeg de hypothecaire rente nog 7%. Eind 2005 begin 2006 daalde zij tot 3,9% en ook nu bedraagt zij nog slechts 4,4%. Daardoor moet een gezin op een lening van bijvoorbeeld 150.000 euro nu ongeveer 210 euro per maand minder aflossen dan in 2000.