Alles staat of valt echter met de precisie waarmee de distributienetbeheerders hun informatie ingeven.

Uit een enquête van de VCB bij haar leden is gebleken dat de liggingplannen van de distributienetbeheerders er meer dan twee jaar na de dodelijke gasramp van Gellingen geenszins zijn op verbeterd. Hun medewerking aan het KLIP is dus zeer belangrijk.

Het probleem kan in de toekomst alleen nog toenemen omdat oude leidingen doorgaans blijven steken, het aantal netbeheerders almaar toeneemt en er voortdurend nieuwe ondergrondse leidingen bijkomen. De oudere leidingen precies in kaart brengen zal nog heel wat tijd in beslag nemen. Maar de nieuwe leidingen moeten wel voldoende precies worden uitgetekend.

De netbeheerders zullen voor de preciezere markering van hun netwerken hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Nu gaan zij op dit vlak meestal vrijuit. Zij moeten ertoe verplicht worden hun nieuwe netwerken met een veel grotere precisie in kaart te brengen. De afwijkende marges moeten tot een minimum worden beperkt. Nu stellen de aannemers vaak een afwijking van meer dan een meter vast tussen de liggingplannen en de reële ligging van de ondergrondse kabels en leidingen.

Als voldoende precieze informatie op voorhand voorhanden is, biedt dit het bijkomende voordeel dat opdrachtgevers en aannemers bij de planning van de werken er veel beter rekening mee kunnen houden. Zij kunnen hun werken dan zo organiseren dat schadegevallen maximaal worden voorkomen. Verrassingen op het moment van de werken zelf, die dan telkens aanleiding geven tot crisisinterventies en tot tijdverlies en de kans op ongelukken sterk doen toenemen, zijn dan uitgesloten.

Meer info ? www.klip.be